Routine-analyses

Routine-analyses

In België zijn het de Interprofessionele Organismen (IO’n) die de analysen uitvoeren van de rauwe melk. MCC-Vlaanderen doet dit voor Vlaanderen en Comité du Lait voor Wallonië. Beide organismen zijn officieel erkend door de overheid. De resultaten van deze analysen vormen de basis voor de correcte prijsbepaling van de melk die noodzakelijk is voor een eerlijke handel in de zuivelsector.

labo MCC

Samenstellingsparameters

Kopers van melk leggen vast hoeveel ze betalen voor de vet- en eiwitcomponenten van de melk. Om tot de reële melkprijs te komen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met de gemeten gehalten. Daarom wordt voor elke melklevering bepaald wat het vetgehalte en het eiwitgehalte is.

Voor sommige kopers van melk wordt ook het lactosegehalte bepaald, omdat dit mee bepalend kan zijn voor de melkprijs.

Wettelijk gezien ligt ook vast dat het vriespunt van de melk moet worden bepaald. Hiermee kan bijvoorbeeld worden nagegaan of er accidenteel water werd toegevoegd aan de melk.

Kwaliteitsparameters

De IO’n testen de kwaliteit van rauwe melk uitgebreid. Eerst en vooral zijn er een aantal officiële kwaliteitsparameters waarvoor het wettelijk verplicht is testen uit te voeren:

  • Remstoffen: elk monster wordt getest op de aanwezigheid van residuen van diergeneesmiddelen, waaronder antibiotica.
  • Kiemgetal: het maandresultaat is het geometrisch gemiddelde van minstens 4 resultaten over een periode van maximum 2 maanden.
  • Celgetal: het maandresultaat is het geometrisch gemiddelde van minstens 10 resultaten over een periode van maximum 3 maanden.
  • Filtratieproef: de (zichtbare) zuiverheid van de rauwe melk wordt één maal per maand getest

Melkproducenten en -kopers kunnen de IO vragen de lijst van te testen parameters uit te breiden. Zo wordt ook vaak het coligetal, het ureumgehalte, de pH-waarde, de zuurtegraad van het melkvet en het boterzuurgehalte bepaald.

monsternamepotjes 2

Betaling van de melk naar de kwaliteit

Hierboven wordt beschreven hoe de samenstelling van de melk de melkprijs voor een producent bepaald, maar ook de kwaliteit van de melk heeft een belangrijke invloed op de melkprijs. Wanneer een koper veranderingen wil doorvoeren inzake de betaling van de kwaliteit van de melk, dan moet er een voorafgaandelijk overleg plaatsvinden met de leveraars. Binnen coöperaties zal dit gebeuren in de bestaande overlegstructuren, vb. ledenkringen. Bij private kopers kan dit overleg gebeuren via producentenorganisaties of nog via informele producentenoverlegplatformen.

RFID-registratie
labo CdL

a) Kwaliteitspremies

Kopers mogen kiezen premies uit te betalen voor melk met een hogere kwaliteit. Wanneer deze premie gelinkt is aan een officiële kwaliteitsparameter (zie hoger), mag deze premie maximum €2,00 per 100 liter rauwe melk bedragen. Officiële premies mogen enkel worden uitbetaald wanneer de melk voor alle officiële parameters voldoet aan de eisen.

Het staat kopers vrij bijkomende premies (zonder link met de officiële paramaters) uit te werken, zolang de voorwaarden en de opbouw van die premies voor al hun leveraars gelijk zijn.
 

b) Inhoudingen bij slechte kwaliteit

Wanneer de melk niet voldoet aan de wettelijke normen, gelden er prijsverminderingen. Voor het kiemgetal, het celgetal, de filtratieproef en het vriespunt werkt men met strafpunten. Voor het kiem- en het celgetal loopt het aantal strafpunten op bij meervoudige overschrijdingen. De koper van melk kan de waarde van een strafpunt bepalen, maar moet een waarde vastleggen tussen 0,75 en €2,00 per 100 liter rauwe melk. Dit moet voor alle leveraars van een koper gelijk zijn.

Wanneer er remstoffen worden gevonden in de melk, wordt de totale melkhoeveelheid van de betrokken levering niet uitbetaald.

Opvolging bij slechte resultaten

De kopers voorzien in een intensievere opvolging en begeleiding voor leveraars met afwijkende of onvoldoende kwaliteit, met name indien het over remstoffen of het kiem- of celgetal gaat. Kopers kunnen de vaststelling van problemen delegeren aan de IO.

A) Remstoffen

Producenten en hun koper krijgen voor remstoffen ook bij lage detecties onder de norm een waarschuwing van de IO. Met deze informatie kan de producent nagaan of er melk van een behandelde koe te vroeg in de koeltank terecht kwam en dus kan vermijden dat er in de toekomst geleverde melk moet worden afgekeurd o.w.v. remstoffen.

Bij elke overschrijding van de wettelijk norm voor remstoffen, volgt een opschorting van de levering. Voor de volgende levering moet er dan worden aangetoond dat de melk terug voldoet aan de wettelijke norm.

 

B) Kiem- en celgetal

Bij een eerste of tweede overschrijding van de norm voor het kiem- of celgetal, zal de koper of de IO een bezoek uitvoeren bij de betrokken producent. Zo kan er worden uitgezocht waar het probleem zich juist bevindt en welke aanpak er aangewezen is. Indien hierna toch nog een derde overschrijding volgt, volgt een uitgebreider bezoek met een inspectie van het melkveebedrijf en een onderzoek van de door de producent genomen correctieve maatregelen.

Bij een vierde overschrijding van de norm wordt een leveringsverbod opgelegd. Een leveringsverbod kan maar worden opgeheven na een positief beoordeeld bedrijfsbezoek en een gunstig analyseresultaat.

melkklauw controle
bedrijfsbegeleiding

Meer info via CdL                                              Meer info via MCC

Personen

MilkBE

Office MilkBE
+32 16 30 07 70

Goyens Elias

Adviseur Melkkwaliteit
0491 07 60 13

Nog vragen?

Het MilkBE secretariaat is gemakkelijk via email te bereiken via office@milkbe.org. Uw vragen zullen worden overgemaakt aan de
betrokken consulent die vervolgens contact met u zal opnemen. Voor meer contactgegevens klikt u op onderstaande knop.

Contacteer ons